Ezra Collective viert het leven met dans
Ezra Collective, ‘Dance, no one’s watching’
Uit hippe Londonse jazzkringen komt Ezra Collective ons tegemoet, een divers en veelkoppig gezelschap dat inmiddels al enkele ep’s (‘Chapter 7’, ‘Juan Pablo: the pilosopher’,..) en eclectische albums (‘You can’t steal our joy’) uitbracht. Daarnaast liet de groep zich op erg invloedrijke verzamelalbums als ‘We Out Here’ (op Brownswood Recordings) en ‘Blue Note Reimagined Vol. II’ opmerken. De groep heeft onder meer op Glastonbury gestaan en heeft inmiddels ook een felbegeerde Mercury Prize op de schouw staan.
Eclectisch en dansbaar
Bijzonder aan deze vijfkoppige groep is dat ze verschillende muzikale genres probleemloos met elkaar weet te vermengen. Zodoende bevat dit nieuwe Ezra Collective album ‘Dance, no one’s watching’ ook nu weer een aantrekkelijke mix van jazz, pop, soul, blues, hip-hop en hoogst opzwepende scheutjes afrobeat en reggae. In vier hoofdstukken brengt deze groovy band kwalitatieve, hoogstaande muziek die zoals de albumtitel te kennen geeft, zich ook in sterke mate richt op dansbaarheid.
Vierdelige muzikale suite
Opmerkelijk is ook de specifieke structuur waarbij de groep kiest voor vier verschillende hoofdstukken, waarbij ze elke ‘act’ aangrijpt om andere muzikale richtingen op te zoeken. Soms merk je een zwoelere soulvibe, dan weer duikt de activistische afrobeatgeest van Fela Kuti op. En soms komt dat allemaal mooi bijeen. Tezelfdertijd beoogt de groep met onder meer drummer/bandleider Femi Koleoso, keyboardspeler Joe Armon-Jones, trompettist Ife Ogunjobi of tenorsaxofonist James Mollosonin in de rangen in te zetten op dans, op het stimuleren van beweging vanuit de optiek dat beweging een viering is van het leven.
Bruisend nachtleven
Al van bij het begin voel je hoe de muziek van Ezra Collective onmiskenbaar beïnvloed is door de jachtige drukte van het Londonse stadsleven. Meer bepaald het feestelijke, bruisende nachtleven. Een exponent daarvan is bijvoorbeeld ‘The herald’ uit de eerste ‘act’ van de vierdelige muzikale suite. Het daaropvolgende ‘Palm wine’ doet daarentegen veel rustiger aan, hoewel ook hier de intermezzi op saxofoon opvallen.
De groep borduurt op ‘Dance, no one’s watching’ dus deels voort op het succes dat hen overkwam. Evengoed merk je hoe de muziek van Ezra Collective put uit heel diverse invloedssferen, waarbij het internationale aspect best groot is. De Londonse muziekscene ligt voor de hand, maar evengoed duiken inspiraties uit Chicago, Lagos en Sydney – om er maar slechts een paar aan te halen – op.
Feestelijke geluidsarchitectuur
Knap is ook de specifieke architectuur van het album, met kortere passages zoals de met stemmige violen opgetuigde ‘cloakroom link up’ die het geheel wat ademruimte geven. Met maar liefst negentien composities (!) in totaal is het heel wat natuurlijk. Tezelfdertijd zijn er in dat vrij vloeiende geheel wel duidelijke singles te spotten, zoals onder meer het overheerlijke ‘God gave me feet for dancing‘ waar de inbreng van opkomend talent als Yazmin Lacey opvalt.
Ezra Collective weet, zo getuigt ook een op percussie gestoeld ‘Ajala’ of het op een improvisatorische flow gestoeld ‘The traveller’ een heerlijk feestje te bouwen. De Londonse band zet duidelijk in op dansbaarheid en feest, zoals tijdens het in lichte latinsferen gedrenkte ‘Shaking body’. Of op het dik zes minuten durende ‘Expansive’ die als een van dé hoogtepunten op dit album geldt.
Meesterlijk hoe de groep na die track de opzwependheid verruilt voor een met gruizelige streetraps opgewerkte track als ‘Streets is calling (feat. M.anifest & Moonchild Sanelly)‘. Heerlijk album dus, met als misschien meest opvallende keuze die voor de specifieke inbedding van composities in verschillende ‘acts’ (hoofdstukken). Het maakt van ‘Dance, no one’s watching’ een echt kunstwerkje, waarbij de muziek volop inzet op dans, leven en feest.