Gitaren raken snaren : Sukilove & Bert Dockx Band

Gitaren raken snaren : Sukilove & Bert Dockx Band

Een toffe double bill op een vrijdagavond in het OLT. Twee prima bands van eigen bodem. Enerzijds Sukilove, de groep rond Pascal Deweze die na een al te lange hiatus nieuw leven in een belpopklassieker inblies en anderzijds Bert Dockx Band, een groep die op haar eigen manier nieuwe wegen bewandelde.

De introducties dan maar. Over naar Pascal Deweze, die met het fragiele “Time to go” meteen heerlijk jeugdig en nostalgisch popsentiment ten grabbel gooit. Net geen twee minuten dertig en tegen dan zoeken we naar een zakdoek nadat Deweze op geheel eigen wijze prachtregels over het bevreemdende, maar uiterst weerbarstige terrein tussen vriendschap en liefde bezingt. Zuiver popgenie, maar dan wel handig verpakt in een paar slimme, al te vluchtig voorbij tikkende minuten. En als ie zo op het einde ervan met “and whatever you do / do it well/ and who knows someday it’s time to say hello / again” de song beëindigt, rest slechts het besef dat ondanks de elf jaar hiatus Sukilove nog steeds ertoe doet.

Om maar te zeggen: it’s been a while. Al deed het echt niets af van de manier waarop de band in het OLT door die twintig jaar oude plaat ging. Op het podium slechts blije, lachende gezichten. Muzikanten die zowaar van ambacht en vriendschap hun handelsmerk maakten. Veel variatie in de set ook, waarbij je soms zou gesteld hebben dat de streepjes Beatles en Beach Boys nooit echt veraf waren, maar waar er in muzikaal opzicht soms ook een plechtstatige echo was van The Band of weemoedige, bitterzoete country in het verlengde van Patsi Cline of Hank Williams (‘Computing beauty’). Evenwel zonder ergens in te boeten aan hedendaags experiment, want zo refereerde het soms sfeervol uitwaaierende gitaarwerk aan een groep als Radiohead. De gitaren mochten dan soms al eens wat vreemd gestemd en de bindteksten heerlijk geïmproviseerd, toch drukte het de pret allerminst.

Overigens, prima band had Deweze rond zich verzameld. De klassieke bezetting van toen ze de gelijknamige Sukilove plaat opnamen (Stokki Verlackt op drums, Pieter Van Buyten op bas,..), zij het dat gitarist Tim Coenen (Admiral Freebee) voor de gelegenheid ook de rangen versterkte daar toenmalig Sukilove gitarist Helder Deploige voor de Olympische spelen in Parijs vertoefde.

Wat verderop in de set merkte je hoe onder meer het quasi tijdloze parel ‘As long as I survive tonight‘ of het wonderlijk verstillende ‘Talking in the dark‘ passeerden. En ook het funky, met kazoo opgetuigde ‘Man ain’t man enough‘, de passage waarbij Deweze en co bij het jammerlijke heengaan van Tom Pintens stilstonden was aandoenlijk mooi. Daarbij kon je als muziekfan niet anders dan concluderen dat dit alweer een prima concert was van Sukilove. Aan het einde gaf de groep nog mee dat er nog slechts drie optredens in het verschiet lagen.

Na een korte intermissie was het de beurt aan Bert Dockx Band. Een groep die in het OLT eigenlijk een thuismatch speelden. En zich daarbij vooral richtten op de presentatie van ‘Ghosts‘, een alweer nieuwe langspeler. Veel van de nieuwe plaat, op een single die de Radio 1 playlist haalde, hadden we op het moment van het concert nog niet gehoord. Dat maakte ook dat de muziek van Bert Dockx band heel open en fris binnenkwam. Al behoorlijk snel werd onder meer het bij uitstek charmante ‘Dog‘ gelost. De muziek deed dan wel dromerig aan, de tekst herinnerde aan het eeuwige gevecht om de innerlijke onrust en slapeloosheid te bedwingen: ‘Follow me / time to beat the night and find my name / what’s my name / time to start a fire in the pouring rain’.

Wat tijdens de presentatie opviel, was onder meer hoe veel van de muziek speelde met thema’s als liefde en verlangen. Zoals onder meer tijdens het bedwelmende ‘More love‘ waar Dockx en co halfweg de opbouw met jachtige gitaarsoli nog wat extra peper en pit gaven. Ook verderop werd meer dan duidelijk hoe de muziek in sterke mate een evocatie was van de liefde. De dromerige muziek mocht voor een keer heerlijk lang uitwaaieren. Tijd was slechts van ondergeschikt belang, terwijl het bosrijke OLT zich langzamerhand de nacht liet welgevallen.

Ergens, zo tijdens ‘Secret door’ en het halfweg tot slechts een kale, dreigende drumbeat vervellende en dan weer naar openbarstend, gruizelig gitaarwerk schakelende ‘Planets‘, viel ook te binnen hoe opmerkelijk kaal en minimalistisch de muziek van Bert Dock band dezer dagen is. Uit de muziek spreekt, zoals in de onderhuids onrustige titeltrack (de sobere percussie van Evrard), een zeker gevoel van verlossing en bevrijding. Dat viel ook op naar het einde van het concert toe, met onder meer een duizelingwekkend straffe interpretatie van Townes Van Zandt’s ‘Rake‘, waarin Dockx als een ware bezetene op zijn gitaar tekeerging. Om vervolgens nog een solo en akoestisch gebracht ‘Albatross‘ (Fleetwood Mac) te spelen. Bij het inzetten gaf hij nog lachend mee dat de kans bestond dat zijn gitaar ontstemd zou gaan geraken. Kiekenvelblues, zoiets. En heel even leek het erop dat er nog een derde bis zou komen – Dockx wilde zeker wel, maar werd last minute helaas op de curfew gewezen.

Twee deugddoende concerten in het OLT. Sukilove blies het stof van een oude Belpopparel en Bert Dockx Band presenteerde met ‘Ghosts’ misschien wel een van de meest straffe albums in zijn stilaan stevig uitdijende oeuvre.

Sukilove / Bert Dockx Band @ OLT Rivierenhof, vrijdag 26/7/2024

Related Images: