De 25 van Bert, een kwarteeuw in cinema: 16) ‘Suspiria’

De 25 van Bert, een kwarteeuw in cinema: 16) ‘Suspiria’

Nu 2025 eraan komt, is het tijd om even achterom te kijken. Filmrecensent Bert Potvliege presenteert de vijfentwintig films die hem de afgelopen kwarteeuw het meest beroerden. Een half jaar lang, tot eind december, neemt hij wekelijks de volgende film in de rangschikking onder de loep. Duik mee met hem in al het moois dat Vrouwe Cinema ons geschonken heeft. Deze week, nummer 16: ‘Suspiria’ (Luca Guadagnino, 2018).

VERDWALEN IN DE DANSSCHOOL

Soms hebben we het bij het foute eind. De filmgeschiedenis zit doorspekt met verbluffende prenten die, toen ze uitkwamen, verkeerd begrepen of genegeerd werden. Een aantal groeiden uit tot cultfilms, waarbij de wereld gewoon wat later tot inzicht kwam. Soms voel je een toekomstige cultklassieker van mijlenver aankomen. ‘Suspiria’, de uit 2018 daterende remake van de horrorklassieker van Dario Argento, is zo een film. Ik heb geen idee hoeveel tijd de wereld nodig zal hebben om er de ogen voor te openen, maar die dag komt.

Waar zijn de olijfbomen heen?

De Italiaanse regisseur Luca Guadagnino is al vijftien jaar heel aanwezig in de Europese cinema, met intussen ook een boeiende stap naar Hollywood (‘A Bigger Splash’, ‘Bones And All’). Een sfeer van onbezonnen Italiaanse zomers was tot 2017 zijn stilistisch handelsmerk. Hij perste steevast alle mediterrane romantiek en erotiek uit zijn verhalen, waardoor de cinema van Paolo Sorrentino (‘The Hand Of God’) nooit veraf was. ‘Call Me By Your Name’ was in deze fase van zijn carrière het hoogtepunt.

Guadagnino volgde dat succesverhaal nog geen jaar later op met een bizarre wending, toen hij besloot een remake te draaien van de expressionistische horrorfilm ‘Suspiria’. Hij liet zijn herkenbare stijl voor wat die was en zocht nieuwe oorden op. Niemand zag het aankomen en eerlijk gezegd zat niemand erop te wachten. Weg met de verschroeiende Italiaanse zomerzon, op naar het Berlijnse beton.

De film werd niet goed ontvangen. Velen struikelden over de lange speelduur en begrepen niet waarom deze tweeënhalf uur durende update een uur langer moest duren dan de eerste versie. De status die de originele ‘Suspiria’ geniet, zat een warme ontvangst van de remake bovendien in de weg. Anderen rolden met de ogen bij de arthouse-uitstraling van de horrorprent, omdat het pretentieus zou zijn. Ik ben het daar hartgrondig mee oneens.

Ik zag de film in zaal 1 van Sphinx Cinema in Gent. Het is een merkwaardige zaal door haar curve. De voorste rijen dalen namelijk niet verder af naar beneden, maar stijgen terug. Daar waar die curve terug omhoog krult, kijk ik liefst naar films. Het is een positie van ontzag voor het scherm en het zorgt voor desoriëntatie, wat een wonderlijke start is om te kunnen verdwijnen in de geprojecteerde droom. In die zaal heeft ‘Suspiria’ me 150 minuten lang betoverd en me achtergelaten met een gevoel dat ik tot op vandaag koester. 

Onder moeders vleugels

De Amerikaanse Susie (Dakota Johnson) loopt wat verloren in de Berlijnse metro anno 1977. Ze is onderweg naar dansschool TANZ – de letters prijken nogal nadrukkelijk boven de grauwe betonnen ingang. De Muur ligt er vlak naast. De jonge vrouw wenst vurig een goede auditie te doen, zodat ze een plaatsje zou krijgen in het dansgezelschap. Al van bij haar eerste dans trekt ze de aandacht van de mysterieuze leerkracht Madame Blanc (Tilda Swinton), die het jonge talent onder haar vleugels neemt. Tussen beide vrouwen ontstaat een bijzondere band.

De dansschool blijkt niet zomaar een school te zijn. De leerkrachten maken deel uit van een heksenkring. Een interne machtsstrijd tussen de twee leidende vrouwen, Blanc en Moeder Markos (ook Tilda Swinton), leidt tot een tweespalt binnen de groep. De heksen zijn volop in de voorbereiding een ritueel uit te voeren om de afgetakelde Markos meer leven te geven. Hiervoor hebben ze een jonge vrouw nodig en al snel komt Susie in het vizier van de heksen.

Nadat de uit de dansschool gevluchte Patricia hulp zoekt bij Dr. Klemperer (óók Tilda Swinton, in de rol van een oude, mannelijke psychiater), besluit de dokter op onderzoek uit te gaan. Hij wil de andere meisjes redden, maar de politie biedt geen hulp. De man worstelt bovendien met een knoert van een trauma, door het verdwijnen van zijn vrouw Anke al die jaren terug tijdens de oorlog. Hij is haar lot nooit te weten gekomen. Zijn rol in het ritueel zal van belang blijken te zijn.

Een hoop urinerend vlees

‘Suspiria’ is als een cocktail, waarin drie ingrediënten een cruciale rol spelen. Horror, erotiek en ontroering zijn in een dans verwikkeld met elkaar, met even prikkelende uitbarstingen als het door de danseressen opgevoerde spektakel ‘Volk’. Dat wringen van die ingrediënten leidt tot een heksendrank die bedwelmt en mismeestert. Het is horror die erotiseert en het is angstaanjagende erotiek, aangevuld met een aantal vertederende toetsen van ontroering.

Luca Guadagnino is een uitstekend regisseur, maar dan wel binnen het arthouse-circuit. Het is allerminst een genrefilmer, waardoor het opmerkelijk was voor hem een horrorfilm te maken. Ik vind het overgrote deel van de horrorfilms al lang niet meer angstaanjagend. Wat zou een artistiek regisseur als Guadagnino er dan van bakken? Heel wat, zo blijkt.

De vervormde spiegels in de danszaal symboliseren de labyrintische aard van deze mysterieuze school. De heksen sturen elke nacht vergiftigde dromen naar Susie, ter voorbereiding op het ritueel. Het aantal verontrustende beelden in deze nachtmerries valt niet bij te houden. Er zit een aanzienlijke hoeveelheid body horror in de film, wat thematisch aansluit bij de hoge lichamelijke belasting die dansers ervaren. Dit lijkt een versnelde aftakeling van vrouwelijke jeugd te representeren, gekoppeld aan een bizarre erotische subtekst over vleselijk verlangen.

Wanneer danseres Olga er genoeg van heeft en besluit de school te verlaten, loopt het fout. De heksen laten haar niet gaan. Ze verdwaalt in de vele donkere gangen en komt terecht in de afgesloten danszaal. Op bovennatuurlijke wijze kraakt en breekt haar lichaam. Haar ledematen komen verwrongen te staan, haar lichaam uitgeperst. Ze plast in haar broek en komt als een hoopje samengevouwen vlees op de vloer te liggen. Het is een scène die evenzeer verontrust als dat ze opwindend is. Net zoals David Lynch hanteert Guadagnino hier een fetisjistisch omgaan met zijn vrouwelijke personages. Hij brengt hen op bijna vertederende wijze een zuiverende pijn toe, als een vreemdsoortige ode aan de vrouw. De metalen sikkels die nadien nog door Olga’s vlees gestoken worden, maken het erger.

Een touw vastknopen aan mijn opwinding

‘Suspiria’ is zodanig seksueel geladen dat de film knettert. Het is een onverwachte dimensie, die de film naar een ander niveau tilt. Dat er seksualiteit schuilt in horror is iets wat in het gros van de horrorcinema aan bod komt, maar niet zoals hier. In ‘Suspiria’ komen horror en erotiek op dezelfde hoogte te staan, waarbij beide componenten met elkaar vervloeien. Ik betrap mezelf erop dat ik op de meest verontrustende momenten opwinding voel. De film initieert deze vervreemding en het leidt ertoe dat ik een onbehagen voel bij mijn eigen reactie. Ik schrik van mezelf, terwijl de film me confronteert met mijn dierlijk instinct.   

Tijdens het dansen krioelt en kronkelt Susie wel heel verleidelijk over de vloer. Voor de opvoering van ‘Volk’ dragen de dansers rode touwen als een kostuum, wat verdacht veel wegheeft van een bondage-outfit. Susie die samen in bed hangt met de frêle Sara. Susie die even gaat plassen. Het vele naakt bij het ritueel. Iemand vraagt Susie hoe het is om in de opvoering te dansen. “Als geneukt worden door een dier”, antwoordt ze laconiek. Het zijn stuk voor stuk zaken die me dingen doen voelen waar we niet over praten. Guadagnino is een snoodaard die hier een bizar bacchanaal presenteert en met ‘Suspiria’ zowaar een van de geilste films van de eeuw maakte.   

De film biedt zichzelf aan met heel wat filmisch vernuft. De montage is heel expressief en nadrukkelijk aanwezig. Vele licht variërende beelden volgen elkaar in een snel tempo op, zonder dat ze informatie toevoegen. Het ‘waarom’ is onduidelijk. Het is een ongewone tactiek die voor ongemak zorgt, want het dwarsboomt een zinvolle interpretatie. Ook het kleurenpallet van de film zorgt voor een onbehagen. Eens je in de dansschool bent, heb je het gevoel in een andere wereld te stappen. De vloertegels zijn even verontrustend als het tapijt in ‘The Shining’. De cameravoering en beeldcompositie zijn uitstekend, maar ik verwacht niets minder van Guadagnino.

Exit music (for a film)

Een laatste bepalend ingrediënt in de cocktail genaamd ‘Suspiria’, is de ontroering. Ik kreeg een krop in de keel bij het acteerspel van Tilda Swinton. Let bijvoorbeeld op de eindscène van Dr. Klemperer, die eindelijk hoort wat zijn geliefde Anke overkwam. Verscholen achter tonnen make-up is Swinton nog net expressief genoeg om me te raken. Daarop aansluitend is het slotbeeld, met die letters in de muur gekerfd, ontzettend teder.

De mooiste emotie wordt geleverd door muzikant Thom Yorke. De Radiohead-frontman was met deze film aan zijn allereerste score toe. Net zoals hij met zijn solodebuut ‘Eraser’ uit 2006 nog op zoek was naar een eigen stem als soloartiest, was hij met deze score op zoek naar zijn stem als filmcomponist. Hij is er nog niet, maar de emotionele draagweide van zijn muzikaliteit schemert hier wel hard door, net als bij zijn ander werk.

De track ‘Suspirium’, die over de openingsgeneriek gedrapeerd ligt, is zelfs een van de strafste nummers van Yorke in jaren. Die openingsgeneriek speelt bovendien als een prachtige minifilm en is een bewijs van het talent van Guadagnino. Compositie, kleur, ritme, sfeer en muzikale ondersteuning komen samen tot een waarlijk fantastische scène. Moeder ligt in bed met een doodsrochel, terwijl een ijle Yorke weerklinkt: “All is well, as long as we keep spinning. Here and now, death still behind a wall.”

Cultus

De kans bestaat dat je ‘Suspiria’ vervloekt, omdat je niet weet wat je ermee moet aanvangen. Je zal zeker niet de enige zijn. Het heeft misschien te maken met onze vooroordelen over het genre, of met onze verwachtingen over Guadagnino. Ik kan zijn zin voor risico daarentegen enkel toejuichen. Ik begrijp zijn aantrekking tot het materiaal. Het is heerlijk verdwalen in het prikkelende ‘Suspiria’. Ik ga nooit ophouden met de film te verdedigen en aan te prijzen, of toch niet tot wanneer de prent zijn erkenning krijgt als cultfilm.

Waar te zien? Streaming (Amazon Prime Video, CineMember) en VOD (AppleTV, Google Play).

Verscheen eerder in deze reeks:

17) ‘Gunda’ (Victor Kossakovsky, 2020)

18) ‘Mandy’ (Panos Cosmatos, 2018)

19) ‘Altiplano’ (Peter Brosens & Jessica Woodworth)

20) ‘Spirited Away’ (Hayao Miyazaki, 2001)

21) ‘Silence’ (Martin Scorsese, 2016)

22) ‘Hable Con Ella’ (Pedro Almodóvar, 2002)

23) ‘The Rider (Chloé Zhao, 2017)

24) ‘Hunger’ (Steve McQueen, 2008)

25) ‘Good Time’ (Josh & Benny Safdie, 2017)


Related Images: