De 25 van Bert, een kwarteeuw in cinema: 1) ‘Under The Skin’ (Jonathan Glazer, 2013)
Filmrecensent Bert Potvliege presenteerde de voorbije maanden de films die hem de afgelopen kwarteeuw het meest beroerden. Een half jaar lang, sinds juli, nam hij wekelijks de volgende film in een rangschikking van 25 stuks onder de loep. Je kon met hem meeduiken in al het moois dat Vrouwe Cinema ons geschonken heeft. Deze week bereiken we de eindstreep. Hier prijkt op de eerste plaats: ‘Under The Skin’ (Jonathan Glazer, 2013).
LEVENSLOZE BLOEDRODE LIPPEN
Films kunnen een mens ongeveer alles doen voelen. De griezelfilm die je zintuigen op scherp doet staan, waarbij je uit schrik onder het deken kruipt. De romcom die je doet glimlachen, terwijl je partner iets dichter tegen je aanschuift. Een portret van een mens waarmee je je kan vereenzelvigen, terwijl je vol medeleven zit. Al die sensaties zijn welkom, zolang ze maar oprecht zijn. Nu de top 25 met dit schrijven erop zit, staat het me wel duidelijker dan ooit voor ogen tot wat ik aangetrokken word. Ik wil dat cinema pijn doet, want die intensiteit is verslavend. Ik nodig jullie uit de cinefiel-masochist in jezelf te omarmen, want ik ben zeker niet de enige die deze verslaving kent. Meer dan de helft van de films uit deze lijst liet me in duigen achter.
Aan de eindmeet vinden we de finale doodsteek: ‘Under The Skin’ van Jonathan Glazer, de meest intrieste en akelige film van afgelopen kwarteeuw. Het was me snel duidelijk dat ik deze op de hoogste stek zou plaatsen. Het herbekijken van de prent was de bevestiging, want het trauma dat de film veroorzaakte bij zijn verschijnen, gaat onverminderd verder.
Zwart gat
Cineast Jonathan Glazer wordt zestig binnen enkele maanden, maar hij oogt jong van geest. Op de rode loper staat hij er als een heer, maar setfoto’s tonen een laidback kerel. Hij kwam in de jaren negentig op als een beloftevolle music video director en werkte samen met bands als Blur, Massive Attack en Radiohead. Zijn langspeeldebuut kwam er in 2000 met ‘Sexy Beast’, een Britse gangsterprent met een leuke insteek en een fantastische Ben Kingsley in een bijrol. De stap naar film twee bleek een reuzenstap, toen hij in 2004 met ‘Birth’ op de proppen kwam. De film, waarin Nicole Kidman gelooft dat de ziel van haar overleden man naar een kleine jongen is gegaan, is een visueel fascinerende prent met een prachtige aangrijpende afloop.
De stap naar film drie, ‘Under The Skin’, was een intergalactische sprong, vlotjes doorheen een zwart gat. De film verscheen in 2013, klaar om de kijker in elkaar te timmeren. Het zou vervolgens tien jaar duren vooraleer film vier er kwam, het al even indrukwekkende ‘The Zone Of Interest’, een originele prent over Auschwitz-kampcommandant Rudolf Höss. Glazer heeft een ontzettend boeiend traject afgelegd. Het talent van de cineast is dermate groot, dat vier films een wat magere output lijkt. Ik weet niet hoe de man te werk gaat en waarom het zoveel tijd kost om een nieuwe film uit te brengen, maar ik ben dankbaar voor wat we gekregen hebben.
‘Under The Skin’ voor het eerst ondergaan, was een welgekomen depressieve ervaring. Het verliep wat onverwacht. Ik zag de film bijna terloops, alsof ik hem nog snel wou meepikken vooraleer naar het volgende over te gaan. Tenslotte was Glazer toen al een kleine tien jaar afwezig in het filmlandschap, dus de idolatrie stond op een laag pitje. Maar de shockerende prent bracht me tot een comateuze halt en liet me halfdood achter. De film is tegelijkertijd een sciencefictionfilm, een horrorfilm, een arthouse-prent, een hypersensuele film en een bij vlagen sociaal-realistisch drama in de traditie van Ken Loach. Er zitten dan wel flarden hoop in die menselijkheid vieren, de film is vooral somber in aard. Alles gaat kapot en iedereen blijft alleen achter.
Cruising by
Een klein wit punt in het midden van het zwarte scherm wordt steeds groter. Strijkers dreigen op de klankband. Een vrouwenstem zegt “Ss Zz Ph Vv ‘Tuh ‘Huh.” Dit is The Female (Scarlett Johansson). Ze leert spreken. Het witte punt neemt nu het hele scherm in en krijgt vorm, alsof het ontworpen wordt. Het lijkt een oog.
The Bad Man, een biker die aan hoge snelheid door het Schotse landt raast, pikt een vrouwenlichaam en een wit bestelbusje op. In een strakke witte ruimte – een irreëel ogende locatie – staat The Female naakt gebogen over dat vrouwenlichaam. Ze heeft een gelijkaardige vorm als het slachtoffer op de grond en neemt haar de kleren af.
The Female gaat vervolgens op jacht en we krijgen haar modus operandi te zien. Ze koopt kleren en make-up – het imitatiebondjasje en de rode lippenstift zijn kenmerkend. Ze rijdt rond in het bestelbusje en spreekt lukraak mannen aan. Eerst vraagt ze de weg, daarna wil ze hen naar huis voeren. Ze flirt en gebruikt haar seksuele uitstraling om hen te verleiden. Iemand vraagt haar waarom ze met het busje rondrijdt. “I’m just driving, some furniture for my family.” De onpersoonlijke blik in haar ogen zorgt voor een sinistere sfeer. De mannen die ze oppikt, neemt ze mee naar huis. Eens daar komen ze in een pikdonkere ruimte terecht, waar een omineuze zwarte vloer weerspiegelt. De door The Female opgehitste mannen kleden zich uit, maar worden in de val gelokt en gevangen gehouden.
Glazer biedt enkel karige info over de plot – stukken radicaler dan Wong Kar-Wai deed in ‘In The Mood For Love’ – terwijl de kijker de puzzelstukken moeiteloos zelf in elkaar doet vallen. The Female is een buitenaards wezen dat rondloopt in een menselijke huid en lichamen komt oogsten. The Bad Man is haar baas. Haar missie is duidelijk.
Rood naakt
Op een keienstrand papt The Female aan met The Swimmer, wanneer iets verderop een drama zich ontvouwt. Een vrouw rent de onstuimige branding in om haar hond te redden, maar raakt zelf verzwolgen door het kolkende water. Haar man snelt haar achterna, de zee in. De zwemmer spurt erheen om hulp te bieden, niet zonder enig risico. Hij kan de man nog net redden, maar die wil van geen wijken weten en duikt terug naar zijn vrouw. De zwemmer ligt intussen uitgeteld op het strand. The Female neemt een kei en slaat hem hard op het hoofd. Ze neemt zijn lichaam mee naar huis. De vrouw en man verdrinken, hun peuter blijft eenzaam achter op het strand. Het eindigt in ellende, maar het moment van menselijk medeleven – tot op heden vreemd voor haar – blijft The Female bij.
The Female raakt stelselmatig geïntrigeerd door de mens, zeker wanneer ze bij zichzelf een potentieel voor empathie ontdekt. Ze pikt een gehandicapte man op, een kerel die vreselijk misvormd is in het gelaat. Eens ze hem in huis heeft, voelt ze zich schuldig. Ze laat hem gaan, tot groot ongenoegen van The Bad Man. The Female moet het op een lopen zetten voor haar misnoegde baas.
Ze vlucht naar het Schotse platteland, waar ze gevoelens ontwikkelt voor een alledaagse man. Hij is zorgzaam, voorzichtig. In een prachtig poëtisch moment bekijkt The Female in de rode gloed van een elektrisch vuur haar eigen naakte lichaam in de spiegel, verwonderd en aangedaan. Ze wil de liefde bedrijven met de man, maar het loopt fout bij de penetratie. Ze heeft geen geslachtsorgaan. Dit is de ultieme confrontatie met het feit dat ze geen mens is, hoe graag ze het ook wil zijn. De sad boys spoken dan wel doorheen de top 25, we eindigen met een sad girl.
We krijgen het beeld van de zee aan ruisende bomen, dat overvloeit met het beeld van The Female die ligt te rusten – een wondermooie audiovisuele vertaling van de harmonie die ze beleeft door haar verlangen naar menselijkheid. Maar de conclusie van haar verhaal is hard. Haar vertrouwen in de mens wordt geschonden op de meest brute manier. Enkel de sneeuw dwarrelt nog neer, terwijl het vuur brandt.
Duaal mens
Ik merkte bij de bespreking van ‘Gunda’ op dat films die vragen opwerpen interessanter zijn dan films die antwoorden declameren. Dan vind ik mijn gading bij ‘Under The Skin’, want al wat Glazer doet, is ons vragen wat het betekent om mens te zijn. Zijn film toont zowel de mooie als de lelijke kanten van menselijkheid. Er is empathie en liefde, maar er is ook vereenzaming en agressie. The Swimmer riskeerde zijn eigen leven om zijn medemens te redden, terwijl anderen roekeloos egoïstisch te werk gaan.
De schaduwzijde van de mens voelt nihilistisch gepresenteerd, alsof we onze onschuld lang geleden verloren hebben en we niet te redden vallen. Toch verlangt The Female ernaar deel te mogen uitmaken van ons. Ze benijdt de mens en gaat van apathie naar nieuwsgierigheid en vervolgens hunkering. Dat een buitenstaander wenst deelachtig te zijn aan ons mens-zijn, nodigt een kijker uit zichzelf te herwaarderen. De echte duisternis van de film schuilt in zijn wankel vertrouwen dat we die herwaardering tot een succesvol einde kunnen brengen.
Verborgen ogen
Op vlak van filmkunde is Glazer een grensverlegger. Bij ‘Under The Skin’ bewijst hij dit aan de hand van de extreme spaarzaamheid van zijn vertelling en door de hoogst originele manier waarop hij de jacht van The Female verfilmde. Er zit geen gram vet aan het verhaal, dialogen zijn schaars en de toelichting over het wat en waarom ontbreekt. Het valt op hoe de kijker perfect in staat is zelf aan te vullen waar nodig, wat het talent van Glazer als verteller bewijst. De cineast schenkt een groot vertrouwen aan zijn publiek. Het is een genot om als kijker op deze wijze geactiveerd te worden.
Een voorbeeld van die spaarzaamheid is wanneer The Female een zoveelste man opgepikt heeft. De naïeve jonge snaak zit naast haar in het bestelbusje, haar uitkledend met zijn ogen, hongerig naar meer. Plots knipt de film naar een later moment. The Female rijdt nog steeds rond. De man is weg. Je weet exact wat er gebeurd is, maar niemand zal het je zeggen. Onze vermoedens worden niet bevestigd, wat enkel bijdraagt aan het onbehagen.
Glazer kleurt graag buiten de lijntjes wat betreft het gebruik van de camera. Dat doet hij in ‘Under The Skin’ door met verborgen camera’s en nietsvermoedende passanten te werken bij de scènes waar The Female mannen oppikt. Scarlett Johansson was letterlijk op jacht in de Schotse steden, waarbij de grens tussen fictie en documentaire verdween. Het was pas nadat Scarlett de mannen in kwestie afzette, dat een producent erheen holde om uit te leggen hoe de vork in de steel zat en om een consentformulier te laten tekenen, zodat ze de beelden konden gebruiken. Je kan daarbij grinniken, maar het tilt de film naar een hoger niveau. De ingreep is gewaagd en origineel. Het bewijst dat Glazer aan de slag gaat met de geplogenheden van cinema en niet zomaar een formule herkauwt of braaf de regels volgt.
Echte horror
De voor horrorfilm typerende jump scare doet me doorgaans niets. Een nietsvermoedende tienermeid in pyjama doet een koelkastdeur dicht, waarachter een seriemoordenaar zich schuilhoudt en haar de stuipen op het lijf jaagt, terwijl de strijkers op de soundtrack uithalen en de ongetwijfeld onschuldige maagd een meter hoog springt. Het interesseert me voor geen meter, want het zijn de truken van de foor die je van mijlenver ziet aankomen. Mijn verbazing was groot toen er in ‘Under The Skin’ een jump scare bleek te zitten die me zo verontrustte dat ik een tijdlang ’s nachts het licht liet branden, doodsbang dat ScarJo me ging komen halen. Een net gestrikt slachtoffer weet niet wat hem overkomt in zijn gevangenschap. Hij ziet een andere, eerder gevangen genomen man. De arme kerel oogt halfdood. Hij tiert het uit maar is nauwelijks hoorbaar. Meer vertel ik niet, maar ga gerust de confrontatie met het moment aan.
Glazer toont wat echte horror is in de scène met de peuter, wiens moeder en vader zonet verzwolgen werden door de zee. De peuter zit achtergelaten op het keienstrand en zet het op een hysterisch tieren en huilen. Later die nacht komt The Bad Man langs, om de sporen van de ontvoerde The Swimmer te wissen. Vlakbij de peuter ligt het badlaken van de zwemmer. De biker graait de handdoek weg en gaat ervandoor, maar de peuter laat hij zitten. Hij negeert de kleine jongen compleet. Het kind blijft achter, de nacht bij elkaar schreeuwend en een zekere dood tegenmoet. Ik heb ontzettend grote ogen moeten trekken toen ik dat zag, want het is een desastreuze empathische foltering – en een moment dat elke kijker na het zien van de film aanhaalt als een no-go.
Kaliber
Jonathan Glazer mag zijn componist Mica Levi op zijn blote knieën bedanken, want hun bijdrage voor de uitstraling van het geheel is groots. De mistroostige ontreddering van het verhaal schemert door in de mysterieuze klanken. De pathos van het zo graag mens willen schijn, is voelbaar. Levi ontroert op dezelfde manier als Jóhann Jóhannsson klaarspeelde met zijn score voor ‘Mandy’. Hun track ‘Love’ is zielsroerend. Ik merk het voor de vijfentwintigste keer op: de muzikale component in cinema is van het allergrootste belang.
Ik zou mezelf niet omschrijven als een fan van Scarlett Johansson, maar ze heeft wel een bewonderenswaardig parcours achter de rug. Ze heeft bakken ervaring en mocht samenwerken met uitstekend volk (Joel & Ethan Coen, Wes Anderson, Sofia Coppola, Woody Allen…). Eens ze een uithangbord werd voor de Marvel-stal ben ik wat afgehaakt. Soms komt ze nog eens sterk uit de hoek, zoals in ‘Marriage Story’. Wat ze in ‘Under The Skin’ doet, is van een ander kaliber. Ze zet een onbevreesde prestatie neer, waarbij ze zich letterlijk en figuurlijk blootgeeft. In haar rol lijkt ze aanvankelijk onverschillig, maar naarmate ze de ogen opent voor menselijkheid, bloeit ze open. Dat een grote Hollywoodster er trouwens in slaagde om undercover mannen op te pikken in Schotland, verbijstert.
Wie we zijn
Het is me al enkele keren overkomen dat ik naar het werk van Glazer kijk en me afvraag wat Stanley Kubrick gedaan zou hebben met dit materiaal. Dan gniffel ik even, want gespiegeld worden aan Kubrick moet zowat het grootst mogelijke compliment zijn voor een filmmaker. Die titaan en Glazer delen een fascinatie voor de inherent falende aard van de mens. Beiden hebben dit op boeiende wijze vertaald naar het scherm. ‘Under The Skin’ is het meest formidabele voorbeeld van de artistieke viering van menselijke imperfectie, een film voor de eeuwigheid.
Het verhaal van de top 25 is geschreven. Van de waanzin van ‘Good Time’ en ‘Enter The Void’, langs de beeldenpracht van ‘Blonde’ en ‘Miami Vice’, via de sad boys van ‘The Rider’ en ‘Amour’, naar de zingeving van ‘Memoria’ en ‘The Tree Of Life’ en de koortsdromen van ‘Mulholland Drive’ en ‘Zama’, om uiteindelijk te stranden bij de pijnlijke en droevige horror van ‘Under The Skin’ – wat een rit.
Cinema is voor mij communicatie tussen een filmmaker en een toeschouwer. Cineasten nodigen me aan de hand van hun films uit om deel te nemen aan dat wat roert in hen. Als toeschouwer word ik aangetrokken tot bepaalde filmmakers en hun werk. Ik voel me verwant met cineasten die de pijn van het leven, de liefde en onze menselijkheid omarmen. Ze bieden een melancholische blik waarin ik me graag wentel. Door hun werk leer ik zo niet enkel hen kennen maar ook mezelf, want onze favoriete films zeggen ons hoe we in elkaar zitten. De 25 films in deze lijst waren daar afgelopen kwarteeuw de voornaamste ankerpunten in. De cinefiele reis door het leven blijkt er een van groeiende zelfkennis te zijn. Film zegt me wie ik ben. Ik hoop van harte bij jullie ook.
Verscheen eerder in deze reeks:
2) ‘The Tree Of Life’ (Terrence Malick, 2011)
3) ‘In The Mood For Love’ (Wong Kar-Wai, 2000)
4) ‘The Master’ (Paul Thomas Anderson, 2012)
5) ‘Miami Vice’ (Michael Mann, 2006)
6) ‘Zama’ (Lucrecia Martel, 2017)
7) ‘Amour’ (Michael Haneke, 2012)
8) ‘Memoria’ (Apichatpong Weerasethakul, 2021)
9) ‘Le Scaphandre Et Le Papillon’ (Julian Schnabel, 2007)
10) ‘Blonde’ (Andrew Dominik, 2022)
11) ‘Oldboy’ (Park Chan-wook, 2003)
12) ‘The Lord Of The Rings: The Fellowship Of The Ring’ (Peter Jackson, 2001)
13) ‘Mulholland Drive’ (David Lynch, 2001)
14) ‘La Grande Bellezza’ (Paolo Sorrentino, 2013)
15) ‘Enter The Void’ (Gaspar Noé, 2009)
16) ‘Suspiria’ (Luca Guadagnino, 2018)
17) ‘Gunda’ (Victor Kossakovsky, 2020)
18) ‘Mandy’ (Panos Cosmatos, 2018)
19) ‘Altiplano’ (Peter Brosens & Jessica Woodworth)
20) ‘Spirited Away’ (Hayao Miyazaki, 2001)
21) ‘Silence’ (Martin Scorsese, 2016)
22) ‘Hable Con Ella’ (Pedro Almodóvar, 2002)
23) ‘The Rider’ (Chloé Zhao, 2017)
24) ‘Hunger’ (Steve McQueen, 2008)
25) ‘Good Time’ (Josh & Benny Safdie, 2017)