In Hnita draait alles om sfeer, bezieling en beleving
“Muziek is sfeer, bezieling en beleving en op deze plek draait alles om sfeer, bezieling en beleving” (Gregory Porter)
Hnita: hoe Heist-Op-Den-Berg een Europese jazzhoofdstad werd .
Het verhaal van de Hnita Jazz Club blijft meer dan bijzonder. Dit nieuwe boek geeft tekst en uitleg bij een kleine en relatief bescheiden jazzclub in de Kempen waar doorheen de jaren veel grote en bekende namen uit de jazzwereld zoals onder meer Charles Mingus en Chet Baker geconcerteerd hebben. Dat levert geweldige en soms best verrassende verhalen op die kundig opgetekend werden door de pen van Wouter Adriaensen (o.a. GVA, Stripgids,..).
Enkele jaren terug was er een periode van vernieuwing, wat ook ergens de aanleiding gaf om eens in dat omvangrijke archief van stichter/bezieler Juul Anthonissen te gaan duiken en de geschiedenis van die door zovelen gewaardeerde Hnita hoeve te onderzoeken. Het idee bestond dus al enkele jaren en toen ook vanuit uitgeverij Manteau (Toon Horsten) de vraag kwam of het eventueel geen goed idee zou zijn om al die roemruchte jazzverhalen door zij die er toen bij waren – vrijwilligers, muzikanten allerlei,.. – te bundelen, kwamen die verschillende sporen bijeen.
Duiken in archieven
Voor dit boek die wat dieper de geschiedenis van de hoeve en jazzclub beschrijft, doorspitte auteur Wouter Adriaensen (°1986) talrijke archieven, waaronder dat van bezieler Juul Anthonissen (1931-2008). Dit boek zou niet zonder hem kunnen bestaan. Al richt dit boek zich niet zozeer op zijn figuur. De intentie is vooral om te focussen op de mensen rond Juul. Zo sprak Adriaenssen niet enkel uitvoerig met de familie Anthonissen (Peter en zus Marijke) maar ook met talloze vrienden, vrijwilligers en betrokkenen. Zoals onder meer Willy Van Woensel, Cel Overberghe, Paul Michiels, Chris Joris, Ewout Pierreux en vele anderen.
Het boek leunt grotendeels op wetenswaardigheden en feiten uit het meer dan omvangrijke archief dat bezieler en steunpilaar Juul Anthonissen bij leven en welzijn verzamelde. Duizenden vinylplaten die hij als een goed huisvader beheerde, allerhande correspondentie, concertprogramma’s, contracten, foto’s, concerttickets en talloze andere efemera vormen de primaire bron voor dit boek. Daarnaast worden de soms voor het eerst ontsloten archiefstukken heel spontaan en organisch verrijkt met het verhaal van de vele insiders.
Liefde voor de muziek
De gemeenschappelijke deler in het boek is de onuitsprekelijke liefde voor (jazz)muziek. Zo pent de gereputeerde saxofonist/componist Branford Marsalis in het voorwoord zijn ervaringen als jonge muzikant die als groentje voor het allereerst Europa bezoekt. En ook uit de talloze ervaringen van medewerkers komt die passie en de heilige liefde voor (jazz)muziek nog steeds sterk naar voren. Het is zowat de kern van dit boek, met name in de vele verhalen waaruit telkens weer die uitdrukkelijke wil blijkt om die interesse in (jazz)muziek met anderen te willen delen.
Allen werken zij mee aan een gemeenschappelijk verhaal dat, zo blijkt uit de geschiedenis, best legendarisch blijkt. Eerst keek bezieler/stichter Juul Anthonissen in eerste instantie vooral naar de lokale jazzscene. Zo kan de Antwerpse saxofonist Jack Sels in dit verhaal gewoonweg niet ontbreken. Maar al snel komen ook internationale dromen naar boven, waarbij ook best grote en bekende musici zoals Big Bill Broonzy of hou u vast – Art Blakey, Charles Mingus, Sun Ra, Bill Evans, Keith Jarrett, Marc Ribot,.. de oversteek vanuit het verre Amerika maakten en op hun respectievelijke tournees ook de kleine, Heistse Hnita Jazz Club aandeden.
Voor velen van hen was dat, net zoals voor de lokale vrijwilligers, een hele ervaring. Dat bewijst ook de boekencover die Charles Mingus (en Don Pullen) en Juul Anthonissen en François Panis op weg naar die vele jazzconcerten bracht. Het levert ook een schatkamer aan grappige en soms ronduit hilarische anekdotes zoals deze op :
“een aantal van die muzikanten waren drugsverslaafden eerste klas. Die kwamen dan een optreden geven en kregen dan een panische schrik omdat ze dachten dat ze de bak in zouden draaien. [..] Sam Jones was ongelooflijk dronken en wij wisten niet waar we met zijn contrabas naartoe moesten. Uiteindelijk hebben we ze naar beneden gedragen naar het politiebureau, in een cel gezet en de deur op slot gedraaid.”
Het markeert ergens ook hoe het toen op logistiek vlak soms best pover gesteld was. Maar: de drive, kennis én het meer dan aanzienlijke netwerk waar Juul Anthonissen beroep op kon doen waren destijds écht ongezien. Bovendien nam Anthonissen zijn artiesten ook altijd in bescherming. Die no-nonsense attitude én de natuurlijke charme van de talloze vrijwilligers die muzikanten en bezoekers altijd in de watten leggen, zorgde er ook voor dat hedendaagse toppers in de jazzwereld zoals bijvoorbeeld Gregory Porter zeer te spreken zijn over hun bezoeken aan de Hnita hoeve.
Hoeve vol leven
Dezer dagen blijft de erfenis van Juul Anthonissen erg levend, want op de hoeve valt er vandaag nog altijd wel wat te beleven. Muziek uiteraard blijft – hoe kan het ook anders – meer dan prominent aanwezig en dat meer dan ooit in allerlei muzikale richtingen (jazz uiteraard, maar evengoed ook folk, blues, roots, indie en pop). De ruimte leent zich ook voor andere projecten zoals boekvoorstellingen en dergelijke meer.
Het verhaal van de Hnita hoeve blijft dus voortbestaan. Een kleinere hoeve die net zoals de naburige concertzaal De Singer (Rijkevorsel) een rijke programmatie heeft die in handen is van lui als Peter Anthonissen of muziekliefhebbende boekhandelaren als Gert De Bie. Met de uitgave van dit boek kunnen nu ook nieuw generaties muziekliefhebbers kennismaken met een stevige brok levend muzikaal erfgoed.