Een apart literair fenomeen

Een apart literair fenomeen

Delphine Lecompte, ‘Dieren zonder kleren’ 4 out of 5 stars

In 2012 was Delphine Lecompte (1978), ondanks drie dichtbundels, amper een bekende naam. Met haar columns is het haar inmiddels aardig gelukt het grote publiek te veroveren. Nu is er ‘Dieren zonder kleren’, een nieuwe verzameling columns. Het lijkt erop dat elke letter van Lecompte wordt gedrukt.

Haar deelname aan ‘De slimste mens’ heeft haar leven grondig overhoop gegooid. Toch voelt ze zich allerminst een mediafiguur. Ze is een dichteres die op de literaire kwaliteiten van haar columns beoordeeld wil worden. Wie ze leest is vlug in de ban van haar typische verteltrant. Haar nagenoeg grenzeloze verbeelding en de kleurrijke personages die ze uit haar pen laat vloeien.

‘Dieren zonder kleren’ is een vuistdikke bloemlezing waarin ze zichzelf zonder de minste retouche portretteert. Hoe ze opgroeide bij haar grootouders in De Panne, waar ze als zesjarige droomde van een carrière als leeuwentemmer. Haar jeugdjaren aan de kust, het blijft een onuitputtelijke inspiratiebron. Er is de herinnering aan haar tante Katrien met wie ze als zesjarige het Paul Delvaux Museum in Sint-Idesbald bezocht. Een onwaarschijnlijk verhaal over een pauw met wie ze aan de praat raakt, maar ook door wat er met zotte tante Katrien te beleven valt.

’Tante Katrien werd om de haverklap verkracht. Mijn moeder en tante Anne werden nooit verkracht, omdat ze een universitaire opleiding hadden en niet zomaar meegingen met de eerste de beste scheepshersteller die hen sangria beloofde. Of iets anders.’

De oude kruisboogschutter moet het ontgelden

Geen enkel taboe gaat ze uit de weg, de lezer komt vrijwel alles over haar te weten. Dat ze vroeger stevig dronk, ze diep ongelukkig was, maar ondanks alles toch bleef voordragen. Al was het maar om te voorkomen dat Bernard en Zohra, haar twee honden, niet van de honger zouden omkomen.

‘In de zomer van 2016 werd de oude kruisboogschutter de oude krabbenmoordenaar’ is een pittig verhaal waarin Omer – alias de oude kruisboogschutter – haar steun en toeverlaat in bange dagen een cruciale rol krijgt. Ze reizen samen naar de Opaalkust voor een korte vakantie. Hij is van plan enkele oorlogsmusea te bezoeken, zij daarentegen voelt zich aangetrokken door verweerde stenen op het strand. Het laat zich aanzien dat het er bepaald geen vrolijke bedoening worden zal. Haar aversie tegen dichteres Maud Vanhauwaert steekt weer de kop op, en als de oude kruisboogschutter in het vakantiehuisje arriveert met een krab is de maat vol. Hij is ineens een krabbenmoordenaar aan wie ze een hekel heeft.

Dier en mens, ze leunen dicht bij elkaar aan in de wereld van Lecompte, die zichzelf in een rauw zelfportret schetst.

‘Ik haatte mijn geboorte en ik had een aversie tegen mijn moeder omdat zij de grootste schuldige was. Ja, mijn vader zat er uiteraard ook voor iets tussen. Maar mijn moeder was degene die beslist had om de zwangerschap niet af te breken.’

De kont van Maud Vanhauwaert

Poëzie ze is ervan doordrongen, haar favoriete dichters zijn Gerrit Achterberg, Jan Hanlo en Hans Faverey. Er zijn de Vlaamse collega’s die ze karikaturaal de revue laat passeren. De dikke kont van Maud Vanhauwaert op wie ze jaloers is, de valse middelmatige gesofisticeerde Max Temmerman, of de loensende boerse goedlachse Sylvie Marie.

Het leest allemaal lekker weg, tot die ene zin over Eriek Verpale je uit het lood slaat:

‘Hij schreef niet meer en dat was jammer. Al zijn literaire vrienden hadden hem laten vallen omdat hij een hopeloze dronkaard was geworden.’

Het dynamiteren van de schijnheiligheid in het Vlaamse literaire wereldje, het zal haar door sommigen niet in dank worden afgenomen.

Ook Guido Lauwaert – hij had haar debuut als dichteres afgekraakt – wordt grappig in zijn hemd gezet. En dat maakt van Delphine Lecompte zo’n apart literair fenomeen. Het ongeremd neerschrijven van alles wat haar is overkomen, of wat ze heeft beleefd. Wedden dat ze nooit zonder haar notitieboekje de deur uitkomt.

Het heeft er alvast voor gezorgd dat ‘Dieren zonder kleren’ goed is voor 566 pagina’s onversneden leesplezier. Een boek dat je, omwille van het leesplezier, best mondjesmaat leest.


Related Images: