De scherpe columns van Marian Donner zetten aan tot solidariteit en verzet
Marian Donner, ‘Rooksignalen (een hoofdkussenboek)’
In ‘Rooksignalen’ bundelt de Nederlandse schrijver Marian Donner (°1974) een reeks columns en essays die ze doorheen de jaren voor verschillende opdrachtgevers (Groene Amsterdammer, NRC, Volkskrant,..) schreef. Donner probeert een immer uitdijend kluwen aan stukjes die ze doorheen de jaren bij elkaar pende te ordenen. ‘Rooksignalen (een hoofdkussenboek)’ is het zoals ze het ergens in de bundel stelt haar ’trip’.
Klassieke stokpaardjes
Haar nieuwe bundel, verdeeld over vier thematische luiken (aarde, lucht, water en vuur), getuigt opnieuw van de intussen welbekende stokpaardjes van Donner die eerder onder meer ‘De grote weigering‘ en ‘Zelfverwoestingsboek‘ schreef. Want ook nu gaat het onder meer over het juk van het kapitalisme, om de zorg voor klimaat en over de algehele condition humaine in het 21ste eeuwse (millenial) leven.
Daarbij valt onder meer de soms erg openhartige insteek op. Zo bijvoorbeeld schemeren in haar stukjes soms haar eerdere ervaringen als telefoniste voor een escortbureau door, net zoals haar (rokende) vader en haar familie – bijvoorbeeld via de fascinatie van haar kinderen voor het Ninjago spel – in de bundel opduiken. Het maakt van ‘Rooksignalen’ een door en door persoonlijk statement waarbij Donner zich met groot gemak tussen hedendaagse populaire cultuur, de schreeuw van planten, kwantummechanica en dus ook Ninjago beweegt.
Activistische toonzetting
Donners’ schrijven is ook erg rechtdoorzee, scherp en spits. Vermengd met een fikse scheut rock’n’roll en een meer dan royale portie snedige cultuur- en mediakritiek. Zo richt Donner haar pijlen onder meer op de prestatiesamenleving en op de verslavende werking van schermpjes: “wat is het dat we allemaal verliezen in de prestatiesamenleving?” luidt het onder meer. Net zoals ze zich richt op de ‘ideologie van het kleine’ waarin er soms een sterk activistische toonzetting doorklinkt:
“haal sowieso alle BN’ers van tv. Zet er mensen neer die misschien stotteren, haperen of zwijgen, mensen die niet door en door gemediatraind zijn, maar die wel iets weten, iets kunnen, eens een keer iets anders te vertellen hebben.”
Solidariteit en verzet
Wat in Donners’ essayistiek ook sterk naar voren komt zijn noties van afwijking, solidariteit en finaal ook verzet. Vooral in een uiterst geïndividualiseerde samenleving waar nog maar bitter weinig écht van betekenis lijkt te zijn. In zekere zin zoekt ze met deze bundel een antwoord op de vraag hoe iemand überhaupt zich in dit neoliberaal en hyperkapitalistisch tijdsgewricht nog kan standhouden? De vraag stelt ze nadrukkelijk vanuit een zorg voor zij die zich om verschillende redenen niet in het huidig kapitalistisch, neoliberaal samenlevingsmodel thuisvoelen.
Daarnaast valt ook op dat Donner zich heel graag beroept op intellectuele, high-brow invloeden, zowel in de filosofie (Baudrillard, Byul-Chan,.. ) als daarbuiten (Rovelli,..). Al zegt dat mogelijkerwijs ergens ook iets over haar vele interessegebieden en over de uitgestrektheid van de research waarop haar betoog steunt. Donner wil overigens, wat in het verlengde van haar ‘zelfverwoestingsboek’, vrij dansen en daarbij het juk van gelijk welke verwachtingen lossen:
“Er is geen betere manier om je te verzetten tegen het voortjagende kapitalisme dan stil te blijven staan. Of om te stinken, drinken, bloeden, branden en dansen, zoals mijn eigen motto nog steeds luidt.”
Of wat verderop:
“Wat een mens nodig heeft is troep. De troep van contact, van spel, van dingen die niets opleveren, dingen die niemand uit de etalage zou kiezen, de troep van lelijke vaasjes en een chagrijnige vriend, oftwel: de troep van iets wat van leven getuigt.”
Onverwachte invloeden
Donner verwijst in haar bundel ook naar de invloed van een oud-Japans ‘hoofdkussenboek‘ geschreven door hofdame Sei Shonagon. Dat blijkt wat onverwacht en zelfs verrassend. Al past het wel bij de vaak clevere observaties en inzichten die Donner in de bundel verzamelt.
Het via Das Mag uitgegeven ‘Rooksignalen (een hoofdkussenboek)’ bevat prachtige, rijke columns die ook bij een tweede of derde leesbeurt meer dan overeind blijven.