Sanne Huysmans verschuift de lens naar dienstbaarheid

Sanne Huysmans verschuift de lens naar dienstbaarheid

Sanne Huysmans, ‘iemand moest het doen’ 4 out of 5 stars

Schrijfster, filosofe, gediplomeerd bakker, boswachter en bovendien een van de drijvende krachten achter een van ’s lands meest eigenzinnige en avontuurlijke platenlabels (Aspen Edities). Sanne Huysmans (°1988) brengt het allemaal naadloos bijeen.

Lange zoektocht

Tussen het zo gewaardeerde romandebuut ‘Rafelen’ (2017) en de recent verschenen opvolger ‘Iemand moest het doen’ zitten intussen wat jaren. Huysmans liet er best wat tijd over gaan, waarin ze soms heel andere projecten en engagementen aanging. Zo werkt ze bij filosofiehuis Het Zoekend Hert, terwijl er ook andere projecten tijd vragen zoals onder meer bakkerij Bloemberen en het in goede banen leiden van het al te bijzondere platenlabel Aspen Edities. Net zoals er columns, essays en lezingen (bijvoorbeeld ‘Walden’) waren.

De langdurige onzekerheid over de toekomst na ‘Rafelen’ beschreef ze in volgende passage:

Gras werd bijna een lomp woord en hij een bruut als hij het uitsprak. Hij kreeg dat gevoel bij alsmaar meer woorden: dat ze stompe voorwerpen waren die hoogstens half hun doel raakten. Achter elke vier letters lag een wereld die te groot was voor vier letters om te dragen. Te groot voor een mens als hij om te begrijpen. Om te zien had een mens geen ogen maar woorden nodig. Zonder woorden bestond geen onderscheid. Nochtans: het woordenboek was veel te dun om de wereld te bevatten en het alfabet te klein om alle woorden te fabriceren die nodig waren om te zeggen wat er bestond.”

Het is een klassiek geval waar zowat élke schrijver mee te maken krijgt. Je schrijft iets, gooit iets de wijde wereld in. Maar hoe blijf je verder vormgeven aan je ideeën, aan wat je zeggen wil? Daarom ook verschuift Huysmans in haar nieuwe roman de lens heel doelbewust naar erg herkenbare, alledaagse personages, naar het leven van alledag en naar kleine, maar diepmenselijke verhalen.

In ‘Iemand moest het doen’ gaat het om een klein, niet nader genoemd dorpje, ergens aan de Nete. Een plaats waar de natuur spontaan en organisch de tijd en het leven ordent. Langzaam maar zeker dringt de moderniteit binnen. In en rond de Kapelstraat worden er waterleidingen, electriciteit en internet aangelegd. Huysmans beschrijft het leven en denken van enkele inwoners zoals Pol en Maria, waarbij ze ook stem geeft aan een eenzame notelaar (!).

Een prominente rol vervult Pol, een gepensioneerd vuilnisman ; een “goede, doodbrave ziel van wie iedereen zijn goesting mocht doen”. Daarnaast is er ook Maria, een boerendochter die zich grotendeels bezighoudt met heel erg alledaagse taken. Maria wil al te graag wég uit dat al te kleine dorpje, al lukt dat moeilijk want ‘verwachtingen waren altijd het probleem’. En dan is er nog Lut met wie de gepensioneerde vuilnisman Pol het meer dan goed kan vinden, al weet hij het belang dat hij aan hun gedeelde maaltijden hecht niet bijzonder goed te communiceren.

Dienstbaarheid

Als deze roman opvalt, dan vooral door de rijkheid van het alledaagse, waarbij Huysmans erop lijkt te wijzen dat diepgang soms ook net in die alledaagsheid schuilt. Een verhaal over gewone mensen die hun best doen om een ‘goed’ of ‘dienstbaar’ leven te leiden. Opmerkelijk bijvoorbeeld is Pol, die als vuilnisman zijn hele leven ‘vuil werk’ gedaan heeft. Het soort leven en werk waar helaas al te vaak op neergekeken wordt. Daar ergens zit de sleutel van deze nieuwe roman van Sanne Huysmans. In zekere zin kan je het ook lezen als een reactie op het werk van moraalfilosoof Rutger Bregman (‘Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers’, ‘Morele ambitie’,..).

Het grote in het kleine

In deze roman stelt Huysmans scherp op het kleine, waardoor er soms echt bijzonder véél naar boven komt. Zo valt onder meer op hoe, ondanks de verhalen rond Pol, Maria, Lut en anderen, het vooral de natuur is die ruimschoots aanwezig tekent. Zo plaatst ze het hele gebeuren in erg bosrijk gebied, met notelaren, met vlinders, elzen en wilgen. En pakweg enkele toefjes daslook die her en der te sprokkelen vallen.

‘Iemand moest het doen’ is echter niet enkel om die reden interessant. Het is vooral ook een echt heel ander boek dan ‘Rafelen’, waarin wetenschap, filosofie en liefde om elkaar heen dansten. In haar nieuwe roman gaat het veeleer om de erkenning van het bestaan van gewone mensen die naar beste vermogen proberen om een goed en dienstbaar leven te leiden. Al gaat het vaneigens ook over perspectief. Over hoe het langzame voortschrijden van de tijd ingrijpt op de beschouwing van een goed en dienstbaar leven :

” Wie haast had, zag het niet. Dat was vaak het geval bij planten. Mensen die in de rapte keken, dachten dat er niets gebeurde. Terwijl mensen die geduld hadden, zich verwonderden hoeveel er gebeurde. Zijn tas puilde uit. Het leek teveel voor één man om op te krijgen, maar Pol wist dat het groen op een laag vuurtje zou krimpen tot een handvol.”

Related Images: